Babyzwemmen, peutersport of sport & beweging voor tieners en pubers. Voor veel ouders is wel duidelijk wanneer een kind op sport kan. Toch kan dit individueel verschillen. Vanaf welke leeftijd kan een kind op sport? In vrijwel alle gevallen kan dit vanaf 5 jaar oud, soms iets eerder maar in andere gevallen ook wat later. Laten we eens gaan kijken wanneer je kind écht aan sporten toe is.

Lichamelijke ontwikkeling en de motoriek

Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. De ontwikkeling gaat via liggend omdraaien naar leren zitten, kruipen, staan en lopen. Hierna begint het leren rennen, huppelen, hinkelen en fietsen. Binnen de lichamelijke ontwikkeling is er onderscheid tussen grove en fijne motoriek.

De grove motoriek gaat over de grote bewegingen met armen, benen, hoofd en romp. De ontwikkeling van de fijne motoriek laat wat langer op zich wachten. Het gaat hier om het vastgrijpen van voorwerpen en de fijnere bewegingen van de handen en vingers.

Vanaf welke leeftijd kan het kind op sport?

De vraag is vanaf welke leeftijd je kind op sport kan. Duidelijk is dat het kind de grove motoriek onder controle moet hebben. Het moet in ieder geval kunnen rennen, dit kunnen vrijwel alle kinderen van drie jaar oud. Als richtlijn wordt aangehouden dat een kind moet kunnen huppelen en hinkelen om op sport te gaan. Dit is rond de leeftijd van vier of vijf jaar oud.

Geen grote belasting

Soms wordt bij sport ook aan krachttraining of een vechtsport gedacht. Kinderen zijn nog volop in de groei en bevatten kwetsbare groeischijven. Hierdoor is zware belasting of weerstand zeker niet aan te raden. Dit geldt niet alleen voor krachttraining en vechtsport maar ook voor grote draaibewegingen, sprongbewegingen of zwaar werpen. Wacht hier nog even mee.

Interesse in de sport

Wanneer een kind op sport kan is duidelijk, dit hangt van de lichamelijke ontwikkeling af. Maar ook interesse in de sport speelt een belangrijke rol. Jongens krijgen meer interesse in hun lichamelijke ontwikkeling aan sport wanneer ze rond de 12-13 jaar oud zijn. Die interesse ontstaat door een toename van hormonen.

Meerdere sporten in één

Grootste probleem is dat veel kinderen wel interesse hebben in sporten maar niet precies weten wat ze willen. Daarom is er multisport, dit zijn meerdere sporten ineen. Zo maakt het kind kennis met verschillende vormen van beweging en sporten. Dit gebeurt in een groepje met leeftijdsgenoten of kinderen van een gelijkwaardig ontwikkelingsniveau.

Voordeel van multisport is dat kinderen zich niet met elkaar hoeven te meten. Elk kind heeft zijn sterke en zwakkere kanten. Middels multisport zie je dat kinderen vaak uitblinken in bepaalde onderdelen terwijl ze sommige dingen minder leuk vinden. Dat is ook precies waar multisport voor bedoeld is: het kaf van het koren scheiden zodat alleen de leukste bewegingsvormen overblijven. Aan de hand hiervan maakt het kind uiteindelijk een keuze: dit wordt de sport waar het in doorgaat.

Sport voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand

De motoriek is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Bij sommige kinderen verloopt dit moeizamer, bijvoorbeeld bij een verhoogde spierspanning of een ontwikkelingsachterstand. Ook voor deze groep kinderen is het belangrijk om zich bezig te houden met sport en spel. Beweging stimuleert de coördinatie en maakt de spieren sterker.

Vanaf welke leeftijd kan een kind met een ontwikkelingsachterstand op sport? Het is aan te raden om te wachten totdat het kind 5 jaar oud is. Ondertussen kan natuurlijk wel gestart worden met peutersport of kleutersport, vaak in de vorm van gym, dans of spelletjes.