Als sporter moet je hard trainen om de beste te zijn. Sommige ouders met een getalenteerd kind denken daarom dat ze hun kind moeten pushen om de beste te worden. Maar is dit wel zo? Al het wetenschappelijk bewijs laat zien dat een harde aanpak niet goed is voor sporters. Waarom denken we dat dan toch? En wat is juist om te doen? Daar gaan we het over hebben in dit artikel!

Om je optimaal te ontwikkelen moet je goed zijn op vier gebieden: Fysiek, technisch, tactisch en mentaal vlak. Als ouder heb je veel invloed op de mentale factoren, zoals het zelfvertrouwen en de motivatie.

Motivatie
Hoeveel zin heb je om iets te doen? Veel, weinig of geen. Dat is de betekenis van motivatie en dat kan door verschillende redenen variëren. De kranten rondbrengen, omdat je er €50,- voor krijgt of vroeg opstaan, omdat je een leuk spel wilt gaan spelen. Wanneer je als ouder wenst dat het kind met plezier het maximaal haalbare nastreeft, trigger dan de juiste motivatie.

Extrinsieke motivatie
Je kan als sporter op verschillende manieren gemotiveerd zijn. Sommige topsporters beoefenen hun sport, omdat ze er veel geld mee kunnen verdienen. Dit kan dan ook hun drijfveer zijn om het te blijven doen. Het kan ook zo zijn dat sporters hun best doen, omdat anders hun ouders of trainers boos worden. Sporters moeten ook tegen kritiek kunnen, maar het is wel de toon die de muziek maakt. Je hebt ook trainers of ouders die kritiek gebruiken om sporters pijn te doen, zodat ze volgende keer beter presteren… Dit soort kritiek werkt soms op de korte termijn, maar op de lange termijn worden kinderen onzeker en kunnen plezier in sporten verliezen.

Als sporter kun je ook een doel hebben om wereldkampioen te worden, zodat je later met trots kan terugkijken op je sportcarrière. Bij deze vorm van motivatie heb je het gevoel dat je het voor een ander doet.

Intrinsieke motivatie
Je vindt het leuk om te sporten, omdat je er plezier uit haalt. Een soort verslaving wat je kunt hebben met een spelletje op je telefoon, dat gevoel, dat heb je dan met sporten. Iedere keer de score verbeteren, jezelf verbeteren en weer verder gaan. Dit is een hele krachtige en fijne motivatie. Wanneer je in deze motivatie zit, vind je het ook niet erg op een extra stapje te doen. Een mooi voorbeeld is een voetballer die keihard traint in het krachthonk. Het liefst voetbalt hij of zij, maar weet dat de sportschool extra meehelpt om het doel te bereiken. Dus als ouder wil je dat je kind in de (positieve) intrinsieke motivatie komt.

Hoe doe je dat?
Door een positief zelfbeeld raken kinderen intrinsiek gemotiveerd. Dit versterken wij tijdens onze lessen door de kinderen succes te laten ervaren. Door ze op hun eigen niveau te laten bewegen en te ontwikkelen. We maken doelstellingen die haalbaar zijn, zodat de kans op een succeservaring groot is.

Fouten van ouders
Het gaat vaak mis als ouders te hoge verwachtingen hebben. Stel dat je veel geld uitgeeft aan het sporten van het kind, daarnaast ook nog 10.000 kilometer per jaar in de auto zit en bijna al je vrije tijd bij de sportvereniging te vinden bent. Dan ben je als ouder niet tevreden met een zesje, dan wil je een topprestatie terugzien. Kinderen hebben hier voelsprieten voor en vertalen de hoge verwachtingen naar doelstellingen. Dus onbewust leggen de ouders de lat al te hoog en zijn de doelstellingen niet haalbaar en voelt dit als falen.

Feedback
Goede feedback is specifiek. Dus niet: ‘Je bent goed in multisport’, maar: ‘Je kunt heel goed mikken, daardoor kon de keeper hem niet tegenhouden en heb je gescoord.’ De feedback hoeft echt niet altijd positief te zijn, soms kun je ook constructieve feedback geven. Je wilt immers een gedragsverandering teweegbrengen. Een mooi voorbeeld hiervan is een legendarische basketbalcoach John Wooden.

Door twee psychologen werd de communicatiestijl van deze coach geanalyseerd en wat bleek: 75% bevatte pure informatie wat zijn spelers moesten doen en hoe ze dit moesten doen. Zijn spelers hebben dit ervaren als hulp, wat direct toepasbaar was. Het is dus belangrijk dat je duidelijk en concreet aangeeft wat er verbeterd moet worden en uitlegt waarom.

Autonomie
Na een aantal jaar multisport kan het kind een weloverwogen beslissing nemen in welke sport hij of zij zich wil specialiseren. Het is enorm belangrijk dat het kind zelf voor de sport kiest, waardoor de intrinsieke motivatie direct aanwezig is. Helaas zien we nog vaak dat kinderen gedwongen worden een bepaalde sport te gaan doen. Hierdoor is de kans op uitval in de pubertijd het grootst.

We zien nog vaak ouders die tijdens de training of wedstrijd aanwijzingen geven aan hun kinderen. Hiermee bemoeien ze zich met de autonomie van het kind, terwijl uit meerdere onderzoeken blijkt dat kinderen dit ervaren als storend. Het kind wil alleen een betrokken ouder die hen aanmoedigt.

Conclusie
Kinderen kun je dwingen om bepaalde oefeningen te doen en je kunt ze door straffen en belonen een bepaalde periode laten sporten. Maar op het moment dat je stopt met dwingen, straffen of belonen, is de kans dat zij er mee stoppen erg groot. De relatie tussen ouder en kind kan hierdoor zelfs kapot gaan. Maar hoe hard moet je ze dan wel aanpakken? Zorg dat ze zich gewaardeerd voelen en motiveer ze op de juiste manier. Laat ze succes ervaren, geef specifieke feedback, laat ze vrij en zorg dat je betrokken bent. Dit is het recept om de motivatie van het kind optimaal te krijgen én houden!